Limburgs volksleed

Gerard Krekelberg

Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.

Over ’t malse korenveld, ’t lied des leeuw’riks klinkt.

Waar de hoorn des herders schalt, langs der beekjes boord.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord.

Waar de brede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit.

Weelderig sappig veldgewas, kost’lijk groeit en bloeit.

Bloemengaard en beemd en bos, overheerlijk gloort.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord.

Waar der vad’ren schone taal klinkt met held’re kracht.

Waar men kloek en fier van aard, vreemde praal veracht.

Eigen zegen, eigen schoon. ’t hart des volks bekoort.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord.

Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord.

Gerard Krekelberg